Tips voor het monteren van lampen

Tips voor het monteren van verlichting zijn altijd welkom. Bij het monteren van verlichting komt dan ook heel wat kijken. Naast dat de lamp stevig opgehangen moet worden heb je te maken met elektrische schakelingen en kleuren van draden. 

De basis regels van elektra

Ervaring en Kennis zijn zeer belangrijke factoren bij het zelf aanbrengen van elektrische installaties. Bent u niet zeker van uw zaak, laat dan de klus over aan HOOGSPOOR. HOOGSPOOR heeft zijn eigen montage dienst welke u van dienst kunnen zijn.

Tips voordat u begint met monteren van de lamp

Voordat u begint zijn er een aantal punten dat u moet weten, en doen.

  • U mag alleen veranderingen aanbrengen na de elektriciteitsmeter. (De meter zelf en alles wat daar voor zit is van het energiebedrijf.)
  • Schakel Altijd eerst de stroom van de betreffende groep uit. Zet deze niet meer aan voordat u klaar bent. (zorg ook dat uw huisgenoten dit niet doen)

Stappenplan voordat u de lamp gaat monteren

HOOGSPOOR heeft een aantal tips op een rij gezet voor dat u de lamp monteert. Zo gaat u goed van start.

Stap 1

Iedere ruimte dient vanaf de groepenkast een stroomaanvoer te hebben naar een centraaldoos. Vanaf hier kunt u de stroom vertakken naar lichtpunten, schakelaars en stopcontacten. (hebt u in en ruimte veel stroomaanvoer nodig? Maak hiervoor 2 groepen).

Stap 2

Zeer belangrijk is dat u weet wat de kleurcodes van de elektradaden inhouden. Houdt u zich hier ook aan. (Controleer met een spanningzoeker of de vorige bewoner zich hier ook aan heeft gehouden. Alleen op het bruine draad mag spanning staan)

  • Bruin fasedraad stroomaanvoer
  • blauw nuldraad stroomafvoer
  • zwart schakeldraad stroomaanvoer vanaf schakelaar naar lichtpunt
  • geel/groen aarde deze is voor de veiligheid voor u

Stap 3

Gebruik altijd een behuizing voorzien van het KEMA- Keurmerk. Zorg ook dat u een juist type behuizing voor uw klus heeft.

  • Bent u bezig met installatiedraad? Dan hebt u een PVC Elektrabuis nodig.
  • Aftakkingen van het installatiedraad hebben een lasdoos nodig.
  • Inbouwdozen gebruikt u bij inbouwschakelaars en inbouwstopcontacten.

Stap 4

Stopcontacten Moeten op een minimale hoogte van 30cm boven de afdekvloer zitten. Voor lichtschakelaars en stopcontacten voor in de keuken is de standaardhoogte 105 cm.

Stap 5

In de badkamer kunnen we 3 zones onderscheiden. Voor meer informatie hierover kunt u kijken bij montagebegeleiding voor badkamers.

  • Zone 1
    Dit is de vochtigste zone van uw badkamer, hier vind je de douche en het bad terug. De stoom die van het warme water afkomt, slaat in een directe straal van 0,6 meter rond uw douche en/of bad neer. De IP-waarde bedraagt IP45.
  • Zone 2
    Deze zone ligt tussen in. De stoom van het warme water is hier al ver afgekoeld en worden al kleine druppels. Deze kunnen al minder eenvoudig in de armatuur komen. De straal die weer om zone 1 heen ligt bedraagt ook hier 0,6 meter. Hier hebben we een minimale IP-waarde nodig van IP44.
  • Zone 3
    Dit is de minst vochtige zone van uw badkamer, al is het ook hier niet helemaal droog. Stoom komt immers overal. We spreken over zone 3 in een straal van 2,4 meter rond zone 2 en meer. De IP-waarde hier moet minimaal IP21 zijn.
badkamer zones

Stap 6

Er zijn verlichtingsarmaturen die aangesloten moeten worden op een stopcontact met aarde. Dit moet gebeuren op een geaarde drie- aderig snoer.

Stap 7

Er zijn ook verlichtingsarmaturen die dubbel geïsoleerd zijn. Verder bevat het geen geleidende materialen. Is er een defect opgetreden binnenin het armatuur, dan kunt u niet onderstroom komende te staan. Wel moet er aarde worden aangesloten, een twee aderig snoer is voldoende.

LET OP!

Dateert uw huis voor 1975? Controleer dan of er een aardlekschakelaar is aangebracht van 30 milliampère. Dit is sinds 1975 verplicht. Is er nog geen aardlekschakelaar aanwezig laat deze dan monteren door HOOGSPOOR.

skygarden s1 flos

Tips voor Elektriciteit aanleggen (inbouw)

Wanneer u in een nieuwbouwwoning, een grote verbouwing of een renovatie zit, is het verstandig om van te voren na te denken over de verlichting en elektriciteit. Bij HOOGSPOOR Design Light kunt u zich hierover laten informeren. 

De elektriciteitsdraden kunnen nu nog op elke gewenste plek worden aangebracht en gefreesd worden in de muur. U kunt beter een paar stopcontacten te veel aanleggen dan te weinig. Het gebruik van losse verlengsnoeren is namelijk minder veilig en kan niet mooi worden afgewerkt. Let er wel op dat alle stopcontacten en schakelaars naar een centraaldoos moeten worden geleid. Deze mag u niet wegwerken in het plafond of muur, u moet er namelijk nog bij kunnen wanneer er iets aan de hand blijkt te zijn.

Tips voor inbouw installatietechnische in een stappenplan

We hebben de tips voor het aanleggen van de elektrische installatie in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Begin altijd met het maken van een klein tekeningetje. Waar moeten de leidingen naar toe? Wat is de kortste route? En welke kleur draad moet waar naar toe?

Alle leidingen van alle stopcontacten, lichtpunten en schakelaars moeten per ruimte naar een centraaldoos worden gebracht. Vanuit hier loopt één leiding verder naar de meterkast.

Stap 2

Probeer leidingen zoveel mogelijk verticaal te laten lopen. Zo maakt u de kans dat u er per ongeluk een schroef of iets anders in boort kleiner. Wilt u ze toch horizontaal laten lopen? Doe dit dan bij voorkeur langs de vloer of boven het plafond. De leidingen kunt u door de afwerklaag naar buiten brengen via een leidingdoorvoer, die u kunt boren met een speedboor.

Stap 3

Teken op de muur af waar de inbouwdozen moeten komen te zitten. Zorg dat het gedeelte dat binnen het afgetekende stuk valt wordt verwijderd. Doe dit door eerst over de hele afgetekende rand te boren en daarna de inhoud er uit te beitelen. U kunt dit ook doen met behulp van een gatenzaag die voorzien is van widia- tanden.

Stap 4

Teken op de muur af waar de sleuven moeten komen. Door de sleuven komen de leidingen te lopen. De sleuven kunt u uithakken met behulp van een kleine steenbeitel. Belangrijk is dat alle sleuven overal diep genoeg zijn voor de elektriciteitsbuizen.

Stap 5

De elektriciteitsbuizen moeten op maat gezaagd worden. Dit kunt u doen met behulp van een ijzerzaag. De rechte stukken kunt u verbinden met moffen. Wilt u een bocht maken, dan kunt u dit doen met een bochtstuk.

Stap 6

In de elektriciteitsbuis schuift u een trekveer. Hieraan verbindt u de draden door één draad door het oog van de trekveer te steken. De andere draden draait u om deze draad heen. De draden moet u voor 5cm blank strippen.

Stap 7

De draden kunt u het beste met twee personen trekken. De één staat aan het begin van de buis de draden de buis in te voeren, de ander staat aan het eind en trekt aan de trekveer. 

Heeft de leiding veel bochten, dan is het lastig om draden te trekken. Laat in dit geval de koppelstukken los van elkaar. Plaats een trekdoos tussen de koppelstukken, dan kunt u de draden makkelijker trekken.

Stap 8

Zorg dat de draden voldoende uit de inbouwdoos steken. De uiteinden dienen 1 cm gestript te worden. Met lasklemmen kunt u de juiste kleuren met elkaar vastklemmen. De draden dienen opgevouwen in de doos te zitten, zodat u het stucdeksel op de inbouwdoos kunt plaatsen.

Stap 9

Zorg dat de leidingen enigszins vast komen te liggen in de sleuven, bijvoorbeeld met een spijkertje. U kunt nu de kieren rond de inbouwdozen en de uitgehakte sleuven grof aansmeren met stucmortel. U kunt nu de stopcontacten en lichtschakelaars gaan monteren.

wiro 6 hoogspoor

Elektriciteit aanleggen (opbouw)

Elektriciteitsleidingen die worden opgebouwd zijn praktischer in het aanleggen en aanpassen. Het aangezicht is vaak minder mooi. U kunt wanneer dit mogelijk is ook kiezen voor inbouw, zie hiervoor montagebegeleiding, elektriciteitsleidingen aanleggen (inbouw). Kiest u toch voor opbouw dan vindt u hier het stappenplan om dit aan te leggen. Komt u er niet uit? Vraag HOOGSPOOR om hulp

Tips voor opbouw installatietechnische in een stappenplan

We hebben de tips voor het aanleggen van de elektrische installatie in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Begin altijd met het maken van een klein tekeningetje. Waar moeten de leidingen naar toe? Wat is de kortste route? En welke kleur draad moet waar naar toe?

Alle leidingen van alle stopcontacten, lichtpunten en schakelaars moeten per ruimte naar een centraaldoos worden gebracht. Vanuit hier loopt één leiding verder naar de meterkast.

Stap 2

U kunt leidingen het beste verticaal recht boven of onder het stopcontact of de lichtschakelaar plaatsen. Horizontale leidingen zitten al snel in de weg en maken het aangezicht minder mooi. Leidingen die wel horizontaal moeten liggen kunt u het best onder de vloer of boven het plafond plaatsen. Een leidingdoorvoer kunt u boren met een speedboor.

Stap 3

Teken op de muur af waar u de lasdozen, stopcontacten of schakelaars wilt hebben. Met schroeven en pluggen kunt u de stopcontacten en of schakelaars vast zetten op de muur.  Wilt u weten hoe u dit precies moet doen, zie dan montagebegeleiding stopcontacten & lichtschakelaar.

Stap 4

De elektriciteitsbuizen moeten op maat gezaagd worden, met behulp van een ijzerzaag. De rechte stukken kunt u verbinden met moffen. Wilt u een bocht maken, dan kunt u dit doen met een bochtstuk.

Stap 5

Bevestig de leidingen vast op de muur met klemzadels, die u ongeveer 10 cm vanaf de lasdozen bevestigt. Plaats de klemzadels verder om de ongeveer 40 cm. Wanneer u een flexibele buis gebruikt dient deze afstand ongeveer 30 cm te zijn.

Stap 6

In de elektriciteitsbuis schuift u een trekveer. Hieraan verbindt u de draden door één draad door het oog van de trekveer te steken. De andere draden draait u om deze draad heen. De draden moet u voor 5cm blank strippen.

Stap 7

De draden kunt u het beste met twee personen trekken. De één staat aan het begin van de buis de draden de buis in te voeren, de ander staat aan het eind en trekt aan de trekveer. 

Heeft de leiding veel bochten, dan is het lastig om draden te trekken. Laat in dit geval de koppelstukken los van elkaar. Plaats een trekdoos tussen de koppelstukken, u kunt nu de draden makkelijker trekken.

Stap 8

Zorg dat de draden voldoende uit de inbouwdoos steken. De uiteinden dienen 1 cm gestript te worden. Met lasklemmen kunt u de juiste kleuren met elkaar vastklemmen. De draden dienen opgevouwen in de doos te zitten, zodat u de stucdeksel op de inbouwdoos kunt plaatsen.

halo-circular-led-hanglamp-vibia-hoogspoor-4

Elektrische schakelaars aansluiten

In elke ruimte dient een centraaldoos aanwezig te zijn waarin alle elektrabuizen met elkaar worden verbonden. Tegenwoordig moeten alle stopcontacten en schakelaars voorzien zijn van een eigen elektrabuis. De doos mag niet worden afgewerkt, omdat hij namelijk vrij toegankelijk moet blijven zodat er altijd nog dingen veranderd kunnen worden wanneer dit nodig is. 

In oudere huizen wil het nog wel eens voorkomen dat er nog geen centraaldoos aanwezig is. Plaats deze dan als eerste. U kunt hierbij de hulp van HOOGSPOOR inschakelen

Tips voor aansluiten schakelaars in een stappenplan

We hebben de tips voor het aanleggen van schakelaars in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Begin altijd met het maken van een klein tekeningetje. Waar moeten de leidingen naar toe? Wat is de kortste route? En welke kleur draad moet waar naar toe? De leidingen moeten allemaal uitkomen bij de centraaldoos. Vanuit hier loopt er één leiding verder naar de meterkast.
Hoe wilt u de lichtbronnen bedienen? U hebt meerdere opties die u kunt toepassen. Denk bijvoorbeeld aan de standaardversie via 1 schakelaar. Maar u kunt ook kiezen voor een hotelschakeling (1 lamp die u op 2 plaatsen kunt bedienen).
Leg een leiding aan vanaf de centraaldoos naar de meterkast. Trek de draden hier door heen. Voor meer informatie, zie montagebegeleiding, elektriciteitsleidingen aanleggen inbouw of opbouw.

Stap 2

Geaard stopcontact

Stopcontact: schroef de bruine draad vast aan de eerste pool. Aan de tweede pool schroeft u een blauwe. Schroef aan één pool een bruine draad, aan de andere een blauwe. Aan de aardeklem bevestigt u de geelgroene draad.
Centraaldoos: verbind de bruine draad met de bruine, doe dit ook zo bij de blauwe en geelgroene. 

Niet geaard stopcontact

Stopcontact: schroef de bruine draad vast aan de eerste pool. Aan de tweede pool schroeft u een blauwe.
Centraaldoos: verbind de bruine draad met de bruine, doe dit precies zo bij de blauwe.

Stap 3

1 lamp aangesloten op 1 schakelaar

Schakelaar: sluit de bruine draad aan op aansluitklem “P” en steek de zwarte draad in één van de andere aansluitklemmen. 
Lamp
Schroef aan één pool de blauwe draad, aan de andere bevestigt u de zwarte.
Centraaldoos: verbind de blauwe draad aan de andere blauwe draad, doe dit net zo met de bruine. De zwarte draad verbindt u met die van de schakelaar.

2 lampen, 1 schakelaar

Schakelaar: sluit de bruine draad aan op aansluitklem “P” en steek de zwarte draad in één van de andere aansluitklemmen 
Lamp: schroef bij elke lamp aan één pool de blauwe draad, aan de andere bevestigt u de zwarte.
Centraaldoos: verbind de bruine draad van de schakelaar met de bruine aanvoerleiding. Verbind de zwarte draden van beide lampen met die van de schakelaar. Verbind de blauwe draad van de lamp met de blauwe aanvoerleiding. 

2 lampen, 1 dubbele schakelaar

Schakelaar: sluit de bruine draad aan op aansluitklem “P” en steek de zwarte draad in beide andere aansluitklemmen.
Lamp: schroef aan één pool de blauwe draad, aan de andere bevestigt u de zwarte.
Centraaldoos: verbind de twee bruine draden, die van de schakelaar en die van de aanvoerleiding, met elkaar. Doe dit net zo bij de blauwe draden. Verbind één van de zwarte draden met de eerste lamp, het andere aan de tweede. 

1 lamp, 2 schakelaars (hotelschakeling)

Schakelaar nr. 1: sluit de bruine draad aan op aansluitklem “P” en steek de zwarte draad in beide andere aansluitklemmen.
Schakelaar nr. 2: sluit de bruine draad aan op aansluitklem “P” en steek de zwarte draad in beide andere aansluitklemmen.
Lamp: bevestig aan de ene pool een blauwe draad. De zwarte draad die u aan de andere pool moet bevestigen, moet u markeren met tape.
Centraaldoos: verbind de twee bruine draden, die van de schakelaar en die van de aanvoerleiding, met elkaar. Doe dit net zo bij de blauwe draden. Bevestig de gemerkte zwarte draad van de lamp met die van schakelaar nr. 2. Verbind de vier overige zwarte draden van schakelaar nr. 1 & 2 met elkaar. 

Stap 4

Controleer voor de zekerheid nog een keer of alle draden goed zijn aangesloten. U kunt nu de schakelaars, stopcontacten en vaste lampen gaan bevestigen. Controleer of alles naar wens werkt. Schakel hiervoor eerst de stroom in. 

Als er later toch iets mis blijkt te zijn met de leidingen, moet u bij de centraaldoos kunnen. U mag deze dan ook nooit mee stuken. Er zijn speciale sierkapjes te verkrijgen om de centraaldoos netjes af te werken

deep-led-ceiling-recessed-wever-en-ducre-hoogspoor-2

Stopcontacten en Lichtschakelaars

Stopcontacten en lichtschakelaars zijn er in allerlei soorten en maten. Het zijn opvallende details in uw interieur en het is dan ook belangrijk dat u een passend model kiest. Stopcontacten en lichtschakelaars zijn er in opbouw- en inbouwsystemen. Het opbouwsysteem gebruikt u als de leidingen op de muur lopen, een inbouwsysteem schroeft u aan de inbouwdoos die in de muur zit.

Let erop dat voordat u begint, u de stroom van de betreffende groep uitschakelt. Of de stroom is uitgeschakeld kunt u met een spanningsmeter controleren.

Tips voor aansluiten stopcontacten en lichtschakelaars in een stappenplan

We hebben de tips voor het aanleggen van stopcontacten en lichtschakelaars in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Het is belangrijk dat de inbouwdoos gelijk valt met de muur. Controleer daarom of de inbouwdoos gelijk valt. Met diepteringen kunt u een te diep liggende inbouwdoos omhoog brengen tot dat hij gelijk ligt met de muur.

Stap 2

De draden die uit de inbouwdoos komen moeten voor ongeveer 1,5 cm gestript worden. Dit is nodig om de draden aan te sluiten.

Stap 3

Stopcontact

Schroef de blauwe draad van de stroomafvoer en de bruine draad van de stroomaanvoer vast aan beide polen.
De aardedraad die geel/groen van kleur is kunt u eventueel bevestigen aan de randaardeklem. 

Schakelaar

Bevestig de bruine draad van de stroomaanvoer in de met P gemerkte klem. 
Bevestig de zwarte draad/draden in de tegenoverliggende klem.

Stap 4

Draai de bevestigingsschroefjes van de inbouwdoos los. Zet het stopcontact of de schakelaar in de zojuist losgedraaide schroefjes. Stel het stopcontact of schakelaar horizontaal. Draai vervolgens de schroefjes gelijkmatig weer vast.

Stap 5

In de schakelaar hoort een tuimelaar te zitten. Klem deze op zijn plaats. De afdekplaat kunt u nu monteren aan het binnenwerk door dit te klemmen of vast te schroeven.

Stap 6

Opbouwsysteem
Demonteer als eerste de nieuwe schakelaar of het stopcontact dat u wilt gaan monteren. Bepaal vervolgens de lengte van de draden die u nodig heeft. Knip ze af en strip ongeveer 1 cm van de uiteinden.

Stap 7

Bepaal de juiste locatie van de muurplaat. U kunt het beste de schroefgaten van te voren aftekenen op de muur. U kunt nu de gaten in de muur boren en deze voorzien van pluggen. Bevestig met schroeven de muurplaat aan de muur.

Stap 8

Monteer het stopcontact of de schakelaar vast op de muurplaat.

Stap 9

U kunt de stroom nu weer inschakelen. Controleer of het stopcontact of de lichtschakelaar werkt zoals u wenst. Kleine kinderen zijn vaak erg nieuwsgierig en proberen vaak allerlei voorwerpen in het stopcontact te steken. Bescherm deze stopcontacten met een zelfklevend afdekplaatje.

woonboerderij_verlichting_hoogspoor

Tips voor de badkamer lampen

Bij HOOGSPOOR Design Light BV kunt u terecht voor een passend lichtplan over verlichting voor in uw badkamer. Elektriciteit in een vochtige ruimte kan levensgevaarlijk zijn. Er geldt dan ook een speciale regelgeving voor. HOOGSPOOR heeft in haar assortiment veel armaturen die geschikt zijn voor vochtige ruimtes. Deze armaturen voldoen aan de Nederlandse NEN normen 1010. De armaturen hebben een zogeheten IP-waarde. Deze IP-waarde geeft aan in hoeverre een armatuur geschikt is voor montage in een vochtige ruimte. Hier onder een aantal tips voor de badkamer.

Welk armatuur of lampen kan ik waar plaatsen in de badkamer?

In uw badkamer heeft u 3 zones. Deze zones geven aan hoeveel vocht er op die plaats komt. U moet van te voren bepalen waar u de verlichting zou willen monteren. 

Zone 1 badkamer
Dit is de vochtigste zone van uw badkamer, hier vindt u de douche en het bad. De stoom die van het warme water afkomt, slaat in een directe straal van 0,6 meter rond uw douche en/of bad neer. De IP-waarde bedraagt IP45.

Zone 2 badkamer
Deze zone ligt tussen de natste en minst natte zone in. De stoom van het warme water is hier al ver afgekoeld en vormt al kleine druppels. Deze druppels kunnen al minder gemakkelijk in het armatuur komen. De straal die weer om zone 2 heen ligt bedraagt ook 0,6 meter. Hier hebben we een minimale IP-waarde nodig van IP44.

Zone 3 badkamer
Dit is de minst vochtige zone van uw badkamer, al is het ook hier niet helemaal droog. Stoom komt immers overal. We spreken over zone 3 in een straal van 2,4 meter rond zone 2 en meer. De IP-waarde hier moet minimaal IP21 zijn. 

Het is zeer belangrijk dat u goed controleert of het armatuur dat u op het oog heeft, voldoet aan de IP-waarde. Elektriciteit kan namelijk levensgevaarlijk zijn in een vochtige ruimte.

 

badkamer zones

Tips badkamer lampen

  • Armaturen geschikt voor zone 1 mogen ook in zone 2 en 3 worden gebruikt.
  • Armaturen geschikt voor zone 2 mogen ook in zone 3 worden gebruikt, maar beslist niet in zone 1.
  • Armaturen geschikt voor zone 3 mogen beslist niet worden gebruikt in zone 1 en 2.

Belangrijk

Elk armatuur heeft haar eigen installatievoorschriften, deze moet u vooraf goed doorlezen. De installatievoorschriften kunnen ook nog eens per land verschillen. Monteert u de armaturen volgens deze instructies dan doet u dit veilig volgens de Nederlandse NEN normen 1010.

Voor het installeren van elektra in de badkamer gelden weer andere regels. Eén van deze regels is dat u stopcontacten en dergelijke alleen in zone 3 mag aansluiten. Lees voordat u dit doet eerst de gebruiksaanwijzing bij het product goed door.

Twijfelt u? Raadpleeg HOOGSPOOR Design Light voor advies.

Verklaring van de IP-waarde

IP staat voor Ingress Protection. Met een IP-waarde wordt aangegeven hoe goed een elektrisch product is beschermd tegen het binnendringen van vaste voorwerpen en vocht.

IP-waarde 1ste cijfer – bescherming tegen voorwerpen en stof

Waarde

Bescherming

IP-0X

Niet beschermd tegen voorwerpen en stof

IP-1X

beschermd tegen voorwerpen met een diameter > dan 50 mm

IP-2X

beschermd tegen voorwerpen met een diameter > dan 12 mm

IP-3X

beschermd tegen voorwerpen met een diameter > dan 2.5 mm

IP-4X

beschermd tegen voorwerpen met een diameter > dan 1 mm

IP-5X

beschermd tegen stofneerslag

IP-6X

Volledig stofdicht

IP-waarde 2de cijfer – bescherming tegen water

Waarde

Bescherming

IP-X0

Niet beschermd tegen water

IP-X1

Beschermd tegen druppelend water

IP-X2

Beschermd tegen druppelend water bij een hoek van 15°

IP-X3

Beschermd tegen sproeiend water.

IP-X4

Beschermd tegen opspattend water

IP-X5

Beschermd tegen waterstralen

IP-X6

Beschermd tegen stortbuien

IP-X7

Beschermd tegen onderdompeling (30 minuten tot 1 meter diep)

IP-X8

Beschermd tegen verblijf onder water

artemide castore

Tip voor Inbouwarmaturen / lampen

Naast armaturen die u aan een wand of plafond bevestigd, hebben we ook inbouwarmaturen. Inbouwarmaturen zijn er voor in het plafond en in de wand. Ze zijn ideaal om bijvoorbeeld een schilderij uit te lichten. Ook kunt u ze goed gebruiken als oriëntatieverlichting. Inbouwarmaturen kunnen de sfeer van uw huis een speciale tint geven.

Inbouwspots

Inbouwspots kunnen in vrijwel elke inrichting worden toegepast. Inbouwspots zijn zeer geschikt voor gerichte verlichting, bijvoorbeeld om een schilderij uit te lichten. Ook kunnen ze goed als decoratieve verlichting worden toegepast. Denk maar eens aan dat donkere hoekje in huis waar net geen hang- of vloerlamp past. Of in een modern interieur waarbij opvallende hang- en vloerverlichting juist erg storend is.

Wand- inbouwarmaturen

Wandarmaturen kunnen gebruikt worden om de algemene basisverlichting te vergroten, ze kunnen echter ook als oriëntatielichten of sfeerlichten worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij de trap, waar het handig is als u wand- inbouwarmaturen plaatst. Zo kunt u ’s nachts de algemene basisverlichting uit laten en toch zien waar u naar toe moet. In een smal gangetje is een inbouwarmatuur ook praktisch, zo loopt u niet de kans om er tegen aan te lopen.

Waarom kiezen voor LED?

LED worden veel gebruikt als functioneel licht en als basisverlichting. Ze zijn hier uitermate geschikt voor aangezien ze zeer energiebesparend zijn en ook zeer lang meegaan, zelfs tot 50.000 branduren. Vaak vindt u deze verlichting terug in ruimtes waar de verlichting langere tijd achter elkaar brandt maar is ondertussen ook geschikt voor de andere ruimtes. LED verlichting is te verkrijgen in verschillende kleuren van koel wit tot warm wit. Het nadeel van LED is dat u altijd een driver nodig heeft, voordat u het kunt aansluiten op het spanningsnetwerk. Vaak zit dit echter al wel in de armatuur ingebouwd. De driver bepaald of dat de LED dimbaar is.

Tips voor aansluiten van inbouw lampen in een stappenplan

We hebben de tips voor het plaatsen van inbouw lampen in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Voordat u begint is het belangrijk dat u de stroom van de betreffende groep uitschakelt. Zorg ervoor dat niemand de stroom weer aanzet totdat u klaar bent met uw werk.

Stap 2

Bepaal de exacte locatie van de inbouwarmaturen. Houdt u rekening met het feit dat inbouwspots minimaal 30cm uit elkaar moeten worden geplaatst. In de gebruiksaanwijzing vindt u vaak terug wat de maximale afstand is.

Stap 3

Het is belangrijk dat u de juiste gat maat aanhoudt. Deze kunt u terug vinden in de gebruiksaanwijzing. Hebt u vragen over de gat maten, vraag dan HOOGPSPOOR Design Light om advies.

Stap 4

U kunt nu de gatmaten gaan uitzagen. Dit kunt u doen met een decoupeerzaag of een grote gatenboor.

Stap 5

Bij inbouwarmaturen die dubbel geïsoleerd zijn, verbindt u door middel van een kroonsteen het elektriciteitssnoer van de contactdoos aan de blauwe en de zwarte draad van het lichtpunt. U kunt nu met de lichtschakelaar de verlichting aan en uit schakelen.

Stap 6

Inbouwarmaturen met transformator / driver

Schuif de transformator door het gat in het plafond, en sluit deze aan. Trek het snoer van de transformator door het gat weer naar buiten en sluit deze aan op de inbouwarmatuur. 

Inbouwarmaturen zonder transformator / driver

Trek het elektriciteitssnoer van bovenuit door het geboorde gat naar buiten. 
Vanuit het lichtpunt lopen er 3 draden
Zwart – schakeldraad
Blauw – nuldraad
Geel/groen – aardedraad 
Sluit de draden kleur op kleur aan op het snoer van de contactdoos door middel van een kroonsteen.

Stap 7

Voorafgaand aan de plaatsing van de armatuur, dient u de gebruiksaanwijzing te lezen. Per armatuur verschilt de manier van plaatsen.

Stap 8

Zorg ervoor dat u er zeker van bent dat er geen gereedschappen of materialen achter zijn gebleven op het plafond. Controleer vervolgens of de armatuur goed vast zit.

Stap 9

Plaats nu de lichtbron, raadpleeg ook hiervoor de gebruiksaanwijzing. Belangrijk is dat u een halogeenlampje niet met uw blote handen vastpakt. Het glas kan hierdoor vet worden, en snel doorbranden. Gebruik een doek hiervoor.

Stap 10

U kunt nu de stroom van de betreffende groep weer inschakelen.

Tips voor bij de montage inbouw armaturen

  • Leest u altijd eerst de gebruiksaanwijzing goed door. Deze kan per armatuur verschillen en ook anders zijn dan deze algemene montagebegeleiding verschillen.
  • Houdt u altijd aan de minimale inbouwdiepte. De warmte die vrijkomt bij een inbouwarmatuur moet weg kunnen in verband met brandveiligheid. Hang de spot minimaal 60 cm boven een voorwerp.
  • Als er isolatiemateriaal op het plafond ligt, kunt u er geen halogeenspotjes inbouwen.
  • Wanneer u een armatuur aansluit op een transformator gelden er een paar belangrijke regels:
  • Het totale vermogen van de armatuur of armaturen mogen bij elkaar nooit hoger zijn dan het maximale vermogen van de transformator.
  • U moet minimaal 65% van het vermogen van de transformator in gebruik hebben.
  • Wanneer u inbouwarmaturen in de badkamer wilt gaan plaatsen moet u rekening houden met speciale regels, zie daarvoor de uitleg van montagebegeleiding: in de badkamer.

Tips voor het monteren van inbouwarmaturen zonder toebehoren

  • Wanneer u meerdere halogeen inbouwarmaturen op een rij plaatst, dient u de draden even lang te maken anders zou u spanning verliezen.
  • Wanneer u meerderen armaturen aansluit op één dimmer, bepaalt de totale wattage van de lichtbron hoe zwaar de dimmer moet zijn.

Tips voor het monteren van inbouwarmaturen met toebehoren

  • Wanneer u een inbouwbox gebruikt, dient u deze te monteren voordat het beton wordt gestort. Doet u dit niet, dan wordt inbouwen een stuk lastiger. Bij de levering van een inbouwbox ontvangt u een gebruiksaanwijzing.
  • Wanneer u een plasterkit gebruikt, dient u deze na het afstorten van het beton te plaatsen. U kunt nu het plafond hierna laten stuken. Bij de levering van een plasterkit ontvangt u een gebruiksaanwijzing.
  • Zorg ervoor dat de plasterkit of inbouwbox niet beschadigt. De armatuur past dan mogelijk niet meer in de box.
  • HOOGSPOOR adviseert u de juiste gatmaten aan te houden. Dit voorkomt gebreken in het plafond. Maak de gaten met zorgvuldigheid en zorg dat ze juist zijn uitgelijnd.
  • Wanneer u liever niet zelf met elektriciteit werkt of er niet uitkomt, kunt u de hulp inroepen van HOOGSPOOR.

Tip voor het monteren van een Plafonnière / plafond lamp

Elke ruimte heeft egale algemene verlichting nodig. U hebt dit nodig om algemene handelingen in uw huis te kunnen verrichten, bijvoorbeeld het poetsen van de woonkamer. Een plafonnière zorgt op elegante wijze voor dit licht. Bovendien kunt u de centaal lichtpuntbox in het plafond gemakkelijk afwerken. Met een dimmer kunt u het licht dimmen tot een rustige sfeer.

Tips voor aansluiten van een plafonnière / plafond lamp in een stappenplan

We hebben de tips voor het plaatsen van een plafonnière in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Schakel altijd eerst de stroom van de betreffende groep uit, en controleer of er daadwerkelijk geen stroom meer op de aansluitpunten staat.

Stap 2

Verwijder het deksel van de centraaldoos en voer de blauwe en zwarte draden door het gat in het deksel. Laat de aardedraad in de doos zitten, haal deze er alleen uit als deze op de armatuur moet worden aangesloten. Schroef hierna het deksel weer vast.

Stap 3

Strip de draden blank tot ongeveer 1 cm en bevestig de fitting hier aan vast. Hang de fitting aan het haakje van de centraaldoos.

Stap 4

Schuif de armatuur over de fitting. Schroef de armatuur met behulp van de fittingring strak tegen het plafond aan.

Stap 5

Steek het snoer door de trekontlaster. Hang deze op zijn beurt aan het haakje van de centraaldoos. Strip de aders van het snoer blank tot ongeveer 1cm en bevestig ze aan het kroonsteentje. Schuif de afdekkap tegen het plafond.

Stap 6

Als de lamp niet recht onder de centraaldoos komt, moet u op de gewenste plek een schroefhaak in het plafond bevestigen. Zet het snoer op het plafond vast met zelfklevende kabelclips.

Stap 7

Wilt u dat de hanglamp een gerichte lichtbundel geeft, kies dan voor een reflectorlamp. Wilt u juist een groot oppervlak verlichten, neem dan een kopspiegellamp. Zo kijkt u bovendien niet direct in de lamp.

Tips voor bij de montage plafond lamp

  • Zorg ervoor dat u alle gereedschappen die u nodig heeft bij de montage, klaar heeft liggen.
  • Zorg ervoor dat u veilig te werk gaat.
  • Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing goed door. Deze verschilt per artikel en leverancier.
nebula flos hoogspoor

Tips voor het monteren van hangarmaturen / hanglampen

Het assortiment aan hangarmaturen is zeer divers en zeer groot. Ze zijn in allerlei soorten en maten verkrijgbaar. En mocht u uit dit assortiment nog altijd niet kunnen vinden wat u zoekt: geen nood, hangarmaturen zijn ook op maat te maken.

Let op

Wanneer u een hanglamp zwaarder dan 5 kg wilt gaan monteren, dient u bij niet betonnen plafonds verstevigingen aan te brengen om scheuren en andere problemen te voorkomen. Informeer hierover bij HOOGSPOOR Design Light.

Tips voor aansluiten van hang lampen in een stappenplan

We hebben de tips voor het plaatsen van hang lampen in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Schakel altijd de stroom van de betreffende groep uit en controleer of er daadwerkelijk geen stroom meer op de aansluitpunten staat.

Stap 2

Verwijder het deksel van de centraaldoos en voer de blauwe en zwarte draden door het gat in het deksel. Laat de aardedraad in de doos zitten, haal deze er alleen uit als deze op de armatuur moet worden aangesloten. Schroef hierna het deksel weer vast.

Stap 3

Strip de draden blank tot ongeveer een halve centimeter en bevestig indien nodig een kroonsteentje. De draden komen aan één zijde van het kroonsteentje naast elkaar te zitten.

Stap 4

Bij metalen afdekkapjes is er vaak een aansluitmogelijkheid voor de (geel/groene) aardedraad. Dit is dan aangegeven met het hiernaast getekend symbool.

Stap 5

Schuif de lampenkap over de fitting van de lamp. Zet deze vast met de grote kunststof ring. Dit is ook eenvoudig als u de lampenkap wilt verwisselen voor een nieuw model of kleur.

Stap 6

Bij een betonnen plafond
Boor met een betonboor ( van 6 mm) een gat in het plafond. Duw een universeelplug (van 6 mm) in het gat. Draai hier de schroefhaak in.

Bij een rieten plafond
Boor voorzichtig een gat van 8 mm. Duw de ingeklapte parapluhaak naar binnen. Boven het gips zal de paraplu uitklappen, waardoor er draagvlak voor de haak en de lamp ontstaat. 

Bij een gipsplaten plafond
Boor een gat van 8 mm. Duw een ingeklapte holle wandplug in het gat. Draai een schroefoog in de plug.

Stap 7

Wilt u het snoer van de lamp verlengen of vervangen? Schroef de fitting dan uit elkaar. Draai met een kleine schroevendraaier de draden los.

Tips voor de montage hangarmaturen / hanglampen

  • Zorg ervoor dat u alle gereedschappen die u nodig heeft bij de montage, klaar heeft liggen.
  • Zorg ervoor dat u veilig te werk gaat.
  • Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing goed door. Deze verschilt per artikel en leverancier.
artemide castore

Tips voor elektra voor buiten aanleggen

Voor het aanleggen van elektriciteit buitenshuis gelden dezelfde regels als voor binnen. Er komen echter wel een paar extra regels bij. Als u zich aan het volgende stappenplan houdt, kunt u ook uw buitenelektra zelf aanleggen. Uw veiligheid en die van anderen is te allen tijde de belangrijkste factor. Houdt dit goed in de gaten tijdens uw werkzaamheden. Denk daarbij wel aan de volgende regels.

extra regels elektra voor buiten aanleggen

  • Haal de elektrische spanning van de groep waarmee u aan de slag gaat. Zet de spanning er ook niet meer op, voordat u klaar bent met het afmonteren. Controleer dit eventueel met een spanningzoeker.
  • Draag altijd isolerend schoeisel, bijvoorbeeld schoenen met rubberen zolen, doe geen schoenen met lederen zolen aan.
  • Werk ook nooit met vochtige of natte handen.
  • Werk altijd op een veilige werkplek met voldoende licht en degelijk geïsoleerd gereedschap. U kunt bijvoorbeeld gebruik maken van een looplamp voor voldoende licht.
  • Sluit uw tuininstallatie aan op een elektrische groep die beveiligd is met een aardlekschakelaar.

Schakelen van verlichting / lampen buiten

De traditionele manier van schakelingen maken geldt ook voor de buiten verlichting. Lees hiervoor de informatie bij dimmers & schakelaars.

Tips voor aansluiten van een elektrische installatie in een stappenplan

We hebben de tips voor het maken van een elektrische installatie in het onderstaande stappen samengevat.

Stap 1

Sluit de buiteninstallaties aan op uw meterkast of inbouwdoos. Stopcontacten met randaarde zijn een goede uitgangssituatie, deze vindt u op diverse plekken in u huis.
De aansluiting zit binnen. De elektriciteitskabel moet door een gat in de muur naar buiten worden gebracht. Een gat van 16 mm is groot genoeg.
Bescherm de kabel die door de muur gaat met een stuk elektriciteitsbuis.

Stap 2

Het schakelmateriaal moet spatwaterdicht zijn. 
U kunt dit herkennen aan de code voor IP-waarde of een symbool op de behuizing.
De stopcontacten moeten voorzien zijn van afsluitklepjes met condensgaten. Deze moet u eerst doorprikken. De condensgaten moeten te allen tijde aan de onderkant zitten.

Stap 3

Monteer de kabeldozen op de muur boven de grond en gebruik deze om er doorverbindingen in te maken.
Nieuwe kabeldozen bevatten zeven invoergaten, deze zijn nog dicht. Prik de gaten die u nodig heeft door met iets scherps. Scherpe randjes moeten weg worden gevijld.

Stap 4

De elektrische stroomleidingen kunnen zowel boven als onder de grond worden aangebracht. 
Wanneer u kiest voor een stroomleiding onder de grond moet heeft u een YMvK-as kabel nodig.
Met een scherp mes kan de kabel bij aansluiting voor een stuk ontdaan worden van zijn omhulsel, voor een afstand van ongeveer 7 cm. Let op dat u niet de kabel beschadigt. 
De YMvK-as kabel moet op een minimale diepte van 50 cm worden ingegraven. 

Kiest u voor een elektrische stroomleiding boven de grond dan heeft u een XMvK kabel nodig. 
Met kunststof klemzadels kunt u de kabel aan de muren bevestigen. Deze klemzadels worden ook wel kabelzadels genoemd. 
Plaats de klemzadels om de 30 à 40 centimeter.
XMvK kabels moeten tot in het stopcontact of schakelaar worden aangebracht. Dit om de kabel spatwaterdicht te houden.

Stap 5

De doos moet altijd spatwaterdicht blijven. Dit doet u door wartels toe te passen. De kabels worden nu ook vastgeklemd in de kabeldoos. 
Wartel PG 16 is de meest gebruikte. De rubberen ring die hier bij zit moet u zelf nog passend maken. 
De bovenkant van de wartel moet ook waterdicht worden gemaakt, dit doet u met wannoplast.

Tips voor het maken van een elektrische installatie buiten

  • Wanneer u buitenarmaturen gaat monteren, doet u dit dan niet in de buurt van een sproei-installatie, in een kuil of een andere plaats waar zich water kan verzamelen. De meeste armaturen zijn niet bestand tegen zoveel water.
  • Voor grond inbouwarmaturen is een goede afwatering noodzakelijk. Dit kan door een dikke laag grind onder de armatuur of inbouwbehuizing aan te brengen.
  • Aangezien een grondkabel niet geheel rond is, is het raadzaam om deze niet rechtstreeks in de armatuur te monteren. Hierdoor kan de afdichtingmof niet goed werken en komt er vocht in de armatuur. U dient voor elk armatuur een kabeldoos te plaatsen en deze door te lussen met een soepele kabel, die geschikt is voor toepassing in de grond.
  • Wanneer een transformator onder de grond wordt geplaatst dient deze in een kabeldoos te worden geplaatst, die wordt “afgegoten”met speciale giethars om de waterdichtheid te waarborgen.
  • Nadat u de buitenarmatuur geplaatst heeft, is het raadzaam de lamp tien minuten te laten branden voordat u de armatuur sluit. Dit voorkomt vochtaanslag in de armatuur.
  • Indien u naar verloop van tijd pakkingen of rubberen ringen vervangt, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van de armatuur om de waterdichtheid te garanderen.
wind outdoor suspension

Tips voor buitenverlichting

Tips netspanning buitenverlichting 230 Volt

Netspanning buitenverlichting 230 Volt is om vier redenen een goede keus.

  • Praktisch: Bij netspanning dat op 230 Volt werkt, is geen transformator nodig en kan de armatuur direct op het spanningsnetwerk worden aangesloten.
  • Hoge lichtopbrengst: In een armatuur dat op 230 Volt netspanning is aangesloten kan een gewone gloeilamp of spaarlamp worden gebruikt. Uit dit type lichtbronnen komt veel licht.
  • Regelbaar: armaturen die zijn aangesloten op het 230 Volt netspanning kunnen met een dimmer gedimd worden. Zo kunt u de sfeer eenvoudig veranderen. Belangrijk is wel dat u er op let dat u het juiste type dimmer gebruikt.
  • Energiezuinig: in veel armaturen voor buiten kan een spaarlamp worden gebruikt. Een spaarlamp is veel energiezuiniger dan een gloeilamp. Niet alle spaarlampen zijn echter dimbaar.

Laagspanning buitenverlichting 12 Volt

Laagspanning buitenverlichting 12 Volt is om twee redenen een goede keus.

  • Veiligheid: de transformator die bij laagspanning gebruikt moet worden, zet netspanning van 230 Volt om naar laagspanning van 12 Volt. Laagspanning van 12 Volt is een veiligere spanning dan de gebruikelijke netspanning.
  • Praktisch: laagspanning is eenvoudig te installeren. Daarnaast is het eenvoudig te verplaatsen wanneer u dat wilt.

Ideeën van HOOGSPOOR voor uw buitenverlichting

Uw buitenverlichting moet aan een aantal dingen voldoen. Ten eerste moet de verlichting praktisch en veilig zijn voor uw omgeving. Daarnaast is de decoratieve kracht natuurlijk ook erg belangrijk.

Accent verlichting

  • Waterpartijen: Een waterpartij vormt vaak een belangrijk punt in de tuin. Het is belangrijk dat u deze goed uitlicht zodat niemand er in kan vallen. Daarnaast kunt u waterpartijen prachtig uitlichten waardoor er een bijzondere sfeer ontstaat. Het water weerkaatst het licht namelijk.
  • Sfeerobjecten: Een sfeerobject in de tuin vormt vaak overdag een mooi beeld in de tuin. ’s Nachts valt dit beeld vaak weg doordat het niet is uitgelicht. Met een paar mooie spots kunt u echter ook ’s avonds van uw sierobjecten genieten.
  • Begroeiing: Bomen en struiken die u uitlicht vormen een sfeervolle achtergrond in uw tuin. Omdat ze groter zijn dan de meeste andere objecten in uw tuin en ze natuurlijk van vorm zijn, geven ze uw tuin een prachtige dieptewerking. Bomen en struiken veranderen elk jaargetijde van vorm en kleur, dit geeft een prachtig wisselend effect in uw tuin.

Markeringsverlichting

  • Terras: Op een mooie zomeravond willen veel mensen graag nog een paar uurtjes gebruik maken van hun terras. Door hier sfeervolle verlichting te plaatsen maakt u het aangenamer om hier de avond door te brengen.
  • Looproutes: Voor uw eigen veiligheid is het belangrijk dat u uw looproutes rond uw huis goed uitlicht. Zo kunt u hoger gelegen stoepen niet over het hoofd zien en hier niet over struikelen.
  • Entree en oprit: Het uitlichten va uw oprit en entree is een belangrijk detail van uw buitenverlichtingplan. Voor u zelf bevordert het de veiligheid, voor anderen oogt uw woning vriendelijker en ontstaan er geen donkere, enge hoekjes.

SPIKY

Transformators, LED drivers & Dimmers

Vaak worden er bij het monteren van de armaturen dimmers gemonteerd. Hiermee kunt u de sterkte van het licht regelen. Ook zijn er bij verschillende armaturen transformators nodig om de netspanning om te zetten naar 12 Volt laagspanning. Belangrijk is dat u de juiste transformator en/of dimmer kiest.

Transformators en LED drivers

Een transformator of LED drivers is een klein apparaat dat 230 Volt netspanning omzet in 12 Volt laagspanning of een kloppende spanning voor LED. Laagspanning is veiliger en energiezuiniger dan 230 Volt netspanning. Verschillende armaturen die u via HOOGSPOOR Design Light kunt aanschaffen, werken op 12 Volt of zijn geschikt voor LED en hebben dan ook een transformator of driver nodig. 
Er bestaan meerdere soorten transformators, twee daarvan worden meestal gebruikt:

  • Een elektronische transformator bestaan uit meerdere elektronische onderdelen. Hij is bovendien veel lichter en kleiner van formaat dan een gewikkelde transformator. Deze transformator is hierdoor vele malen geschikter om ingebouwd te worden in kleine krappe behuizingen dan een andere transformator.
  • De gewikkelde transformator bestaat uit een spoel waar koperdraad omheen gewikkeld zit. Daar heeft deze transformator zijn naam ook aan te danken. Door het verschil in het aantal wikkelingen aan de ingangszijde ten opzichte van het aantal wikkelingen aan de uitgangszijde, wordt de 230 volt netspanning omgezet in 12 volt laagspanning. Belangrijk bij een gewikkelde transformator is dat hij voor minstens 65% in gebruik is.

Tips voor het plaatsen van een transformator

  • Het nadeel van transformators is dat ze een beetje kunnen brommen. Er is echter een aantal oplossingen om dit probleem te verminderen en te voorkomen. Belangrijk is dat u de afwerking zo maakt dat de transformator altijd goed te bereiken is bij een eventuele storing.
  • Plaats de transformator nooit rechtstreeks op een plafond of op een ander voorwerp dat als klankkast kan fungeren.
  • Het is verstandig de transformator te monteren voor dat het plafond dicht wordt gemaakt i.v.m. de beperkte toegang en montageruimte die beschikbaar is. Stem dimmer en transformator op elkaar af en gebruik bij voorkeur het zelfde merk.
  • Gebruik géén ringkern-transformatoren. Elektronische transformatoren geven het minste geluid.
  • Plaats desgewenst de transformator buiten de gebruiksruimte op afstand. Denkt u hierbij wel aan het toepassen van extra dikke leidingen om spanningsverlies te voorkomen. Bij elektronische transformatoren mag de afstand van transformator naar armatuur maximaal 2 meter zijn.

Er zijn zeer veel verschillende soorten LED drivers. Elke LED heeft zijn eigen specificatie en heeft de daarbij specifieke driver nodig. Vraag na bij elke LED lamp welke driver er bij hoort.

Tips voor het plaatsen van een LED driver

  • Het nadeel van drivers is dat ze een beetje kunnen brommen. Er is echter een aantal oplossingen om dit probleem te verminderen en te voorkomen. Belangrijk is dat u de afwerking zo maakt dat de LED driver altijd goed te bereiken is bij een eventuele storing.
  • Plaats de driver nooit rechtstreeks op een plafond of op een ander voorwerp dat als klankkast kan fungeren.
  • Het is verstandig de driver te monteren voor dat het plafond dicht wordt gemaakt i.v.m. de beperkte toegang en montageruimte die beschikbaar is. Stem dimmer en LED driver op elkaar af.
  • Veel LED drivers hebben een eigen dimprotocol. U kunt dan geen gewone dimmer gebruiken, maar een welke het juiste dimprotocol heeft. Veelal hebt u hiervoor een extra schakel draad nodig om het goed te laten werken.
  • Plaats desgewenst de LED driver buiten de gebruiksruimte op afstand. Denkt u hierbij wel aan het toepassen van extra dikke leidingen om spanningsverlies te voorkomen. Doordat de LED lampen minder stroom verbruiken is dit makkelijker dan bij halogeen lampen.
sento sospeso due

Tips voor dimmers

Voor vrijwel alle soorten armaturen kunnen dimmers worden gebruikt. Een dimmer regelt de stroomtoevoer naar een lichtbron. Door de stroomtoevoer te laten verschillen kunt u een lichtbron feller of juist zachter laten branden. Er zijn meerdere soorten dimmers verkrijgbaar. Bent u niet zeker of u de juiste dimmer heeft, vraag dan HOOGSPOOR Design Light om advies.

Let op

Het is zeer belangrijk dat u de juiste dimmer gebruikt. Dimmers voor hangarmaturen, wandarmaturen en dergelijke zijn niet geschikt voor inbouwarmaturen. Gebruikt u onverhoopt toch een verkeerde dimmer, dan kan zowel de inbouwspot als de dimmer defect raken. 
Indien u een verkeerde dimmer gebruikt, kunt u dat merken aan de reactie van de spots.
De armaturen branden niet optimaal en het licht flikkert. 
Er is gebruik gemaakt van een verkeerde dimmer, maar het lijkt alsof de inbouwarmatuur defect is.

Om LED te kunnen dimmen komt u vaak specifieke problemen tegen. Als de LED lamp knippert dan kan het zijn dat de ondergrens van de dimmer niet gehaald wordt. De LED lamp verbruikt zo weinig stroom dat de dimmer niet goed kan werken. Ook kan het zijn dat de trafo onder belast is. Dat geeft een soort gelijk effect.

Als u werkt met een LED lamp met een externe driver dan kan de LED lamp alleen gedimd worden als deze driver daarvoor geschikt is. Vaak wordt er niet gebruik gemaakt van een normale dimmer, maar van een 1-10V dimmer of een dali dimmer. Voor deze dimprotocollen heeft u een extra schakel draad nodig om dit goed te laten werken.

Kies voor de juiste dimmer stappenplan

Stap 1

De keuze van de dimmer hangt af van het type transformator of LED driver. Bekijk of het om een gewikkelde of een elektronische transformator gaat. Bij LED moet u kijken naar het dimprotocol. Dit staat meestal op de driver beschreven.

Stap 2

Stem de dimmer af op de transformator of driver. Bij een LED vervanger zijn vaak lijsten te vinden op internet waarbij de fabrikant de dimmer op geschiktheid getest heeft. Op de verpakking van de dimmer staat altijd vermeld voor welke transformator deze geschikt is.

Stap 3

Afhankelijk van de soort verlichting die gedimd moet worden, kan er uiteindelijk een dimmer gekozen worden.

De dimmer en de transformator of LED driver moeten op elkaar afgestemd zijn.
Bij een elektronische transformator dient u een dimmer te gebruiken die geschikt is voor een elektronische transformator.
Bij een gewikkelde transformator dient u een dimmer te gebruiken die geschikt is voor een gewikkelde transformator.

Bij een dali of 1-10V dimmer moet u een bijbehorende dimmer gebruiken.

Stap 4

Lees voordat u de dimmer gaat monteren eerst de gebruiksaanwijzing goed door. De montagewijze is per dimmer verschillend.